Is een album meer dan een verzameling liedjes?
In De Circulaire, mijn tweewekelijkse nieuwsbrief, publiceerde ik een paar maanden geleden een lijstje met mijn favoriete 100 muziekalbums van de afgelopen twintig jaar. In het begeleidende verhaal schreef ik wat me was opgevallen bij dat herluisteren:
Dat (en nu ga ik denk ik vrij hard tegen bepaalde schenen aantrappen) het toch vrij vaak gaat om individuele nummers en minder om het hele album. (…) Streaming heeft niet alleen de manier waarop we muziek luisteren veranderd. Het heeft ook veranderd hoe we naar muziek luisteren. (…) Streaming heeft het idee van een album als meer dan de som der nummers aan gruzelementen geslagen.
Nou, dat van die schenen heb ik geweten. Ik kreeg meerdere mails van Jop Euwijk. Hij is conservator bij Beeld en Geluid in Hilversum, maar daarnaast ook een enorme muziekliefhebber. Jop zag het toch allemaal nét iets anders. Het leek me dan ook zinnig om erop terug te komen. We mailden en belden wat heen en weer, en op basis van zijn opmerkingen schreef ik dit stuk.
De vraag die Jop en ik dus samen bespraken: is een muziekalbum méér dan alleen een verzameling liedjes? En hoe hebben verschillende manieren van luisteren die beleving veranderd?
Een korte geschiedenis van het muziekalbum
Het concept van ‘een muziekalbum’ loopt parallel met de ontwikkeling van de techniek voor het reproduceren en beluisteren van muziek. Het eerste breed beschikbare medium hiervoor waren grammofoonplaten. De eerste versies, toen nog op 78 toeren, werden populair in de eerste decennia van de 20ste eeuw. Ze werden gemaakt van schellak, een natuurproduct gemaakt van de afscheiding van een type boomluis. Dat materiaal maakte een hoop kabaal, en meer dan een minuut of drie kon je meestal niet kwijt op één zijde van zo’n plaat. Als je dan bijvoorbeeld een lang klassiek concert wilde uitbrengen, maakte je een boekwerkje met meerdere platen. Dat noemde men dan een ‘album’.
Pas na de Tweede Wereldoorlog was de techniek ver genoeg ontwikkeld om meer dan een paar minuten geluid per kant op een plaat te persen. Schellak werd PVC (vinyl). En het aantal toeren kon naar beneden, naar 33 of 45. En zo paste er opeens rond de 22 minuten per kant op een plaat. Het resultaat was de langspeelplaat (lp). Daarnaast ontstond ook de extended play (ep), die ergens tussen een single en een lp in zit qua lengte. Oorspronkelijk werden de nieuwe lp’s vooral gemarket aan liefhebbers van klassieke muziek en musicals.
Het album als de belangrijkste eenheid van popmuziek ontstond tijdens de opkomst van de jeugdcultuur in de jaren zestig. In een relatief korte periode kwamen een hoop lp’s uit die we tegenwoordig zien als ‘klassieke albums’. Pet Sounds van de Beach Boys (1966). Bob Dylan’s Highway 61 Revisited (1965), en Rubber Soul (1965) en Revolver (1966) van The Beatles. Toen de Fab Four in 1967 Sgt. Pepper uitbrachten was het tijdperk van het muziekalbum écht begonnen.
Een commercieel succes
Niet alleen artistiek waren albums een succes. Ook economisch. Historische cijfers in Nederland kon ik helaas niet vinden, maar de RIAA in de VS heeft ze wel. Daaruit blijkt dat in 1973, het eerste jaar waar data voor is, er (gecorrigeerd voor inflatie) voor zo’n 13 miljard dollar aan fysieke dragers werd verkocht. Daarvan komt 62% voor rekening van lp’s en ep’s, de rest waren singles en 8-tracks. In de loop van de jaren tachtig werd de lp vervangen door de cd en het cassettebandje. Andere dragers, zelfde concept: een medium waarop meerdere stukken muziek passen. Bij de cd zelfs tot een maximale lengte van een minuut of 80. Op het hoogtepunt in 1999 werd er in de VS voor meer dan 25 miljard dollar verkocht aan fysieke dragers.
Rond de millenniumwisseling veranderde dat drastisch. Het internet kwam op, het MP3-formaat werd gemeengoed, en mensen ontdekten diensten als Napster waar je gratis en voor niks muziek kon downloaden. In eerste instantie zorgde dat zelfs voor méér verkochte cd’s. Want er was nog geen goede manier om die MP3’s makkelijk te kopen en met een draagbaar apparaat te luisteren.
Dat veranderde met de introductie van de iPod in 2001, en twee jaar later met de introductie van de iTunes Store. Voor het eerst was er een écht legaal alternatief voor Napster en vergelijkbare diensten. Losse liedjes voor één dollar per stuk.
Losse liedjes dus. En ook al kón je hele albums downloaden, ik vermoed dat de meeste consumenten de losse hits kochten. Net zoals de meeste mensen losse MP3’s gingen downloaden omdat de trage inbelverbindingen de snelheid beperkten. Er waren muziekfans (zoals ondergetekende) die veel tijd besteedden aan het goed organiseren van die MP3’s en hele albums bij elkaar puzzelden. Maar ik denk dat de meerderheid van de luisteraars gewoon alles bij elkaar gooide en op ‘shuffle’ drukte.
In 2022 werd er totaal voor bijna 16 miljard dollar aan muziek verkocht in de VS. De overgrote meerderheid daarvan was streaming (bijvoorbeeld Spotify) en andere digitale diensten. Cijfers van de Nederlandse brancheorganisatie NVPI Audio laten vanaf 2013 vergelijkbare cijfers zien.
Van cassettebandje tot playlist
Het lijkt alsof het verhaal simpel is. Fysieke dragers werden MP3’s en streaming. Mensen downloaden of streamen liedjes. En het album als artist statement is dood.
Maar zo simpel is het natuurlijk niet. Vooral omdat er in de decennia voor de introductie van de MP3 ook al een neiging was om het album als geheel los te trekken. Denk maar aan de voorlopers van de hedendaagse playlist: hitverzamelaars zoals Hitzone of Knuffelrock.
En dat zijn media die door een platenlabel zijn samengesteld. Met de opkomst van het cassettebandje werd opeens de mixtape een begrip: hoeveel vriendschappen en relaties zijn er wel niet begonnen omdat iemand een compilatie maakte van diens favoriete liedjes op één bandje? Na de introductie van de MP3 en het rippen van cd’s maakten die bandjes plaats voor gebrande cd-tjes. In de vroege jaren 2000 was ik druk bezig met cd’s van de bieb lenen en die voor thuisgebruik kopiëren op een cd-r. Later werden dat zipjes met MP3’s die je met vrienden deelde via USB-sticks.
Er is dus, ook vòòr de MP3, een neiging geweest om de favoriete liedjes van meerdere albums te remixen in een eigen volgorde. Het roept de vraag op: hoe zouden de jaren zeventig eruit hebben gezien als er eind jaren zestig, rond Sgt. Pepper, een betaalbare en kwalitatief hoogwaardige methode was geweest om die albums eenvoudig te kopiëren en te remixen?
Aandacht als grondstof
En dan nog wat. Het internet en digitalisering bracht streaming en MP3’s, maar ook iets anders: een enorme hoeveelheid aan andere vormen van entertainment. Streamingdiensten als Netflix en YouTube. Videogames. Podcasts. Social media. Aandacht werd (nog meer) een verhandelbare grondstof. Mediabedrijven vechten om elke minuut aandacht.
Het klopt dat die trend ook zorgt voor iets wat ik maar de verskihuttisering noem van de muziek: alleen nog maar pakkende coupletten en refreinen, zolang het maar onder een TikTok-filmpje past. Uit een recent artikel van The Washington Post blijkt dat de gemiddelde tijd van liedjes uit de Amerikaanse hitlijsten écht korter aan het worden is: van iets meer dan 4 minuten in de jaren negentig tot iets meer dan 3 nu. Één minuut minder.
Ook daar zie je weer goed de invloed van de techniek: Spotify keert pas royalties uit als een luisteraar minimaal 30 seconden heeft geluisterd naar een nummer. Maar een nummer op repeat zetten is natuurlijk ook goed voor de inkomsten. Het gevolg: hele korte nummers die geen brug meer hebben en gelijk met het refrein beginnen. De helft van alle Spotify-hits uit 2023 duurt 3 minuten. Zoals Poland van Lil Yachty: slechts 1 minuut en 23 seconden .
Ironisch genoeg bieden al die ontwikkelingen ook juist weer nieuwe kansen voor het ouderwetse album. Mits je een bekende artiest bent. De nieuwe albums van Beyoncé en Taylor Swift zijn enorme mediaspektakels, waarbij van elk liedje een aparte videoclip wordt gemaakt. De Westerse artiesten kijken hierbij goed naar de immens populaire K-Pop: breng een album op zo veel mogelijk manieren uit. Move the product. Wat dan weer lijkt op wat er decennialang gebeurde met de verzamelaars met weer nét een iets andere selectie greatest hits van Elvis Presley of Heino.
En niet alleen het concept van een album krijgt soms weer een opleving. Ook iets anders leefde weer op waarvan we al lang dachten dat het dood was: die goede oude grammofoonplaat. In 2020 passeerde zowel in Nederland als de VS de verkoop van vinyl die van cd’s. Het is uiteraard minder dan wat er wordt verdiend aan streaming, maar toch werd er in 2022 in Nederland voor €37 miljoen aan vinyl omgezet, bijna 20% van de totale omzet. Grote ketens als Mediamarkt verkopen geen cd’s meer, maar juist wel weer lp’s. Ik zag ze laatst zelfs liggen in de afprijsbak bij de lokale Vomar.
Blijkbaar is er behoefte aan een product dat je van begin tot eind moet luisteren. Waar je niet even kan skippen naar de volgende track. Of een nummer kan toevoegen aan een playlist. Maar waar je echt even voor moet gaan zitten.
Terug naar de luisteraar
De vraag is dus maar net hoe je het liefst een werk tot je neemt. Misschien is het antwoord op de vraag: ‘is een album meer dan een verzameling singles?’ wel: wie stelt de vraag? Voor de industrie zal het antwoord nee zijn: of het nou een album is of een playlist, zolang mensen er maar naar luisteren is het goed. Dat was zelfs het geval in die ‘gouden jaren’ van het album.
Maar voor de artiest zelf is het een ander verhaal. Een artiest als Robert Pollard (Guided by Voices) brengt meerdere albums per jaar uit op zijn eigen label. Want dat is zijn medium. Net zoals bij Joanna Newsom, Tool, Kendrick Lamar, Bill Callahan en Richard Thompson. Een album is een verslag van een bepaalde tijd van het leven van de artiest, en die liedjes horen bij elkaar. Voor hen is de samenstelling van een album geen commerciële overweging. Het is hún keuze om deze selectie van nummers samen uit te brengen. Een artistieke keuze.
En voor de luisteraar kan een album wel degelijk een geheel vormen. Ik kan me nog goed herinneren dat Kid A van Radiohead uitkwam in het jaar 2000. Een paar weken voor dat album uitkwam zond 3FM het helemaal uit, en ik had het opgenomen van de radio. Wekenlang luisterde ik naar dat bandje op mijn walkman, reizend naar mijn afschuwelijke eerste studie hogere informatica. Toen het album uiteindelijk uitkwam bleek dat sommige cd’s ook nog een geheim boekje hadden met gekke tekeningen (en geen geklets van de DJ over de nummers). Het was niet alleen maar een verzameling liedjes, het was, om het maar een beetje pathetisch te omschrijven, de soundtrack van een periode van mijn leven.
De betekenis van een album is dus ook maar net wat je er zelf van maakt.
De vraag is natuurlijk hoe het album zich zal ontwikkelen in een tijd waarin mensen niet meer opgroeien met het album als ‘gegeven’. Voor een Robert Pollard of een Joanna Newsom mag het album dan ‘hun’ medium zijn, die artiesten zijn opgegroeid in een tijd waarin het album nog gemeengoed was. De ‘geëigende eenheid’ van een artiest is voor een jongere generatie misschien eerder een collectie TikTok-filmpjes, met korte stukjes muziek van niet meer dan een minuut.
Op welke manier zullen dié mensen over veertig jaar de samenhang in hun muziekkeuze maken?
Dit artikel verscheen eerder in editie #198 van De Circulaire.
Jan van den Berg
Leuk!
Je schrijft over de invloed van muziekdragers op de manier van luisteren, ik hoorde ooit in een podcast iets dat hierop lijkt over de invloed van muziekdragers op muziek zelf:
https://janvandenberg.blog/het-medium-bepaalt/